
Niet eerder ben ik zo met mijn mannenloosheid geconfronteerd, als afgelopen tijd. Ik ben namelijk van plan om te gaan verbouwen en dat vergt voorbereiding. En flink ook, want het wordt een aanbouw van 25 vierkante meter. En bij alles wat er gedaan moet worden, moeten er beslissingen worden genomen, ook van die technische. Maar nu moet ik het zelf doen.
Zoals het hoort liet ik een aantal aannemers langskomen. Mij, als alleen vrouwzijnde treffende, leek misschien voor hen kat-in-het-bakkie, maar ik wist inmiddels feilloos wanneer een latei nodig is, wat de nadelen zijn van vloerverwarming ten opzichte van conventionele verwarming en welke roedeverdeling ik wenste.
De keuken uitzoeken was een ander verhaal. Bij aankomst leidde de keukenmeneer me als eerst de trap op want dáár stonden – volgens hem- de keukens die mij vast wel zouden bekoren. Ik echter, kreeg de indruk dat ik een rondleiding kreeg in het mausoleum van het leger van Napoleon. Gitzwarte tombes met ledverlichting en roestvrijstalen grepen stonden in verschillende kleurnuances opgesteld. Toen ik voor een eikenhoutenexemplaar mijn neus ophaalde, dacht ik dat ik Bonaparte himself hoorde omdraaien. Het bleek de mannelijke wederhelft van een stelletje uit Twente die bruut een greeploze lade opentoverde. Hij vond het práchtig allemaal, en zij natuurlijk ook, want zij is lief en meegaand.
Ik niet. Ik vond er niets aan. En de keukenmeneer merkte dat en raakte geïrriteerd. Ik baalde ook een beetje van mijn ongezouten houding, maar ik kon het niet helpen, ik word vrolijker van een rondje op Père-Lachaise. De keukenmeneer keek op zijn horloge, zag dat het bijna weekend was en kwam tot het besef dat hij aan mij nog geen eiersnijder zou gaan verkopen, waardoor hij stante pede transformeerde in een valse nicht met jeukende aambei. Met samengeknepen billen vertrok ik naar het Zweedse warenhuis in de buurt. Daar zag ik hém. Mijn keuken. Zo eentje als die van ‘Heel Holland bakt’. En ook nog elf keer zo goedkoop. Ik moest hem alleen nog wel even zelf ontwerpen. En monteren.
‘Ja maar’, zeiden de mannen in mijn omgeving. ‘Maar Ikea is toch spaanplaat?‘ Nee, dit frontje is deels van massief hout, verdedigde ik. ‘En zou je niet zo’n gietijzeren oven nemen?‘ Nee, ik wil ook ruimte overhouden voor alle doppers en bidons. ‘Maar zou je niet een grote woonkeuken willen dan?‘ Nee, we zijn maar met z’n drieën hè? ‘En zou je niet?‘… NEE. Njet, no. Heel lief dat je meedenkt, maar het gaat volgens MIJN plan.
Manloos leven heeft zoveel voordelen.
“My way” Frank Sinatra
